Voortgang en Ontwikkelingen
Het thema ‘stad die werkt en leert’ begeeft zich op het snijvlak van de programma’s Werk & Economie en Onderwijs. Beide programma’s willen in hun samenwerking in 2016 het thema – en de hieraan verbonden opgaven - meer concreet maken. Wij zien de volgende rode draad voor de komende periode.
Economische ontwikkeling in het algemeen en in het bijzonder het versterken van de bedrijvigheid is de sleutel naar meer werk, zowel aan de bovenkant als de onderkant van de arbeidsmarkt. Het gaat dan om het stimuleren van startups, het faciliteren van innovatieve MKB-bedrijven opdat ze groeien en bloeien en kantelen van onze acquisitie naar een proactieve aanpak. Een meerjarige startup aanpak is in uitvoering. Met partners werken we aan een aanpak voor het beter faciliteren van het innovatieve MKB en een acquisitie-aanpak waarbij we bedrijvigheid aan willen trekken die complementair zijn aan de specifieke sterktes van de onder meer de kennisinstellingen.
Onze acquisitie resulteerde onder andere in de vestiging van nieuwe bedrijven op Novio Tech Campus, maar ook elders in de stad. Naast onze inzet voor het behoud en de uitbreiding van bestaande bedrijvigheid, gaan we ons gerichter inzetten op het acquireren van en faciliteren van (nieuwe) bedrijven in een meer samenhangende acquisitieaanpak en minder in individuele casussen. Voorbeeld hiervan is onze integrale Startup aanpak en het faciliteren van GDF-Suez in het proces om de Groene Delta te ontwikkelen.
Vanaf mei 2016 is ons Ondernemerspunt van start gegaan (een samenvoeging van het Bedrijvenloket/Bureau Zelfstandigen). Hiermee versterken we onze dienstverlening en service aan bedrijven en instellingen. We gaan door met het begeleiden van ondernemers (jaarlijks 200 per jaar, waaronder veel ZZP-ers) bij de 1e stappen naar nieuw ondernemerschap en het adviseren van ondernemers die in financiële problemen dreigen te komen.
Met de Economische Raad Nijmegen geven we gezamenlijk uitvoering aan de Economische Innovatie Agenda 2020. Er worden concrete resultaten geboekt, zoals een meerjarige stedelijke aanpak om het startup ecosysteem van Nijmegen te versterken, realisatie ondernemers-pitches voor startende bedrijven, lancering van het project Health Accelerator door Rockstart, ontwikkeling strategische acquisitie aanpak samen met bedrijven en kennisinstellingen, facilitering MKB om maximaal te profiteren van Europese innovatiemiddelen, opsporing witte vlekken in ons vestigingsklimaat en genereren van oplossingen zoals huisvesting voor expats en nieuwbouw International School en facilitering van het Internationaal Inscience wetenschapsfilmfestival. Dit voorjaar is een start gemaakt met de economische samenwerking op regionaal niveau; de Economic Board Arnhem Nijmegen. Naar aanleiding hiervan heeft de ERN haar taken en samenstelling tegen het licht gehouden. Afgesproken is dat de ERN nog meer gaat inzetten op de uitvoering van de economische ontwikkeling en dat de samenstelling van de ERN daarop wordt aangepast.
Sinds 1 januari 2016 werken SW-bedrijf Breed en het Regionaal Werkbedrijf samen in een organisatie. Het Werkbedrijf voert zijn opdracht uit, conform de uitgangspunten die in het coalitieakkoord zijn benoemd. Er is een loonkostensubsidieregeling opgezet voor de ‘niet-wettelijke’ doelgroep. Er is een begin gemaakt met de gerichte inzet op discriminatie op de arbeidsmarkt, in samenwerking met Ieder1Gelijk. Het in het coalitieakkoord benoemde ‘Plan voor de arbeid’ heeft vorm gekregen en heeft in de praktijk invulling gekregen in de werkwijze van het Werkbedrijf, de SAR en het Inclusief Ondernemers Netwerk.
De groei van de werkgelegenheid zit meer aan de bovenkant van de arbeidsmarkt dan aan de onderkant. We constateren dat er sprake is van een kwalitatieve mismatch tussen wat werkgevers vragen en de mogelijkheden van veel mensen in ons uitkeringenbestand. We willen daarom de komende jaren meer aandacht geven aan de onderkant van de arbeidsmarkt, in overleg met onderwijsinstellingen en werkgevers. Daarnaast willen we de mogelijkheden verkennen om de ontwikkeling van sociale ondernemingen verder te bevorderen.
Kenmerkend voor Nijmegen is ons kennisprofiel met ruim 40% hoger opgeleiden. Het trickle down effect van investeringen in topsectoren en in de kenniseconomie lijkt vooralsnog beperkt. De groei van de werkgelegenheid zit meer aan de bovenkant van de arbeidsmarkt dan aan de onderkant. We constateren dat er sprake is van een kwalitatieve mismatch tussen wat werkgevers vragen en de mogelijkheden van veel mensen in ons uitkeringenbestand. De werkloosheid onder lager opgeleiden blijft te hoog; we willen ons samen met onderwijs en bedrijfsleven inzetten om de baankansen voor lager opgeleiden te vergroten. Het aantal huishoudens met een laag inkomen is de afgelopen jaren gestegen naar 17%. We vinden dit te hoog, ook al is dit percentage gemiddeld voor vergelijkbare steden. We willen daarom de komende jaren meer aandacht geven aan de onderkant van de arbeidsmarkt, in overleg met onderwijsinstellingen en werkgevers. Daarnaast willen we de mogelijkheden verkennen om de ontwikkeling van sociale ondernemingen verder te bevorderen.
Cruciaal is onze inzet op verbetering van de relatie onderwijs en arbeidsmarkt . De beroepsgerichte aspecten van het voortgezet onderwijs willen we verder versterken door onderwijs en bedrijfsleven te faciliteren en waar mogelijk regie te voeren op dit proces. We maken ons sterk voor een extra oriëntatiejaar in het (v)mbo voor jongeren die dat nodig hebben. Aansluitend bij gewijzigd rijksbeleid werken we aan een nieuwe VSV aanpak. In de aanpak van voortijdig schoolverlaten (VSV) is ons streven alle jongeren in deze doelgroep in beeld te hebben en het alle kansen te benutten om het aantal VSV-ers terug te dringen naar nul. Dit doen we via een nieuw regionaal programma VSV en kwetsbare jongeren voor de periode 2016-2021. Uitgangspunt is dat we alle jongeren die zonder startkwalificatie het onderwijs (dreigen te) verlaten in beeld hebben en met hen een toekomstperspectief ontwikkelen dat hen leidt naar een passende (vervolg)opleiding, arbeidsplaats, zorg of een combinatie daarvan. Maatwerk is het uitgangspunt.
Samen met onderwijsinstellingen en werkgevers hebben we een human capital scan uitgevoerd op het gebied van Cure en Care. Hierdoor hebben we meer zicht op waar het schuurt tussen arbeidsmarkt en onderwijs. Deze vraagstukken pakken we gezamenlijk verder op binnen het zogenaamde Zorgpact. Dit regionale pact stimuleert samenwerking en concrete projecten van zorg- en onderwijsinstellingen en gemeenten. In navolging van het Zorgpact is er inmiddels ook een TechniekPact.
Er kan geen twijfel over bestaan dat de universiteit en de hogeschool voor Nijmegen van zeer groot belang zijn. Profilering van Nijmegen als kennisstad en als aantrekkelijke vestigingsplaats voor studenten en onderzoekers rekenen wij tot onze taak. Er zijn echter twaalf kennissteden, welke nauwelijks onderscheidend van elkaar zijn. Intussen wordt op universiteiten en hogescholen de noodzaak van profilering steeds harder gevoeld, onder andere door het vooruitzicht van teruglopende studentenaantallen. Het Rijk vraagt van universiteiten en hogescholen dat zij zich via regionale samenwerking meer richten op het in living labs. Dit biedt een extra basis voor samenwerking met de stad en de doorontwikkeling van Kennisstad. Bijvoorbeeld door het begrip Kennisstad te koppelen aan een specifiek beleidsveld, door sterker de koppeling te zoeken met het HBO en MBO (Technovium), of door de kennis aanwezig bij de wetenschappers in te brengen bij de aanpak van sociaal-maatschappelijke stedelijke vraagstukken (sociale innovatie). Het is tijd om met universiteit, UMC en hogeschool de mogelijkheden te verkennen voor een sterkere alliantie, een pact met de kennispartners in de stad.
Iedereen hoort erbij in Nijmegen.We zetten in op behoud en bundeling van expertise op het gebied onderwijs aan anderstaligen, met doorstart van de Heumensoordschool als regionale onderwijsvoorziening voor het voortgezet onderwijs en uitbreiding van de capaciteit van de Internationale Schakelklassen. Uitgangspunt blijft het aanbieden van een intensief programma voor het verwerven van Nederlandse taal en cultuur, gedurende tenminste één jaar. Daarna gaan leerlingen geheel of gedeeltelijk in de eigen wijk of gemeente naar school. Het succesvolle Project SchoolsOUT wordt de komende jaren voortgezet. We geven handen en voeten aan de complementaire aanpak radicalisering van denkbeelden op basisscholen, in het voortgezet onderwijs en op het ROC.
Het nieuwe beleidskader Onderwijs en opvang 0 – 12 jaar, inclusief uitvoeringsagenda wordt samen met de partners in de stad (waaronder scholen, kinderopvang, docenten, ouders en leerlingen) opgesteld en voor de zomer van 2016 aan de Raad aangeboden. We stimuleren ontwikkelingskansen en zetten onder andere in op het versterken van de brede samenwerking op en rondom scholen en kinderopvang, educatief partnerschap met ouders en op het vereenvoudigen en verbeteren de toegankelijkheid van VVE en OAB, zodat meer kinderen gebruik kunnen maken van deze regelingen. Vanuit de programma's VSA, Onderwijs, wijken en openbare ruimte zetten we in op het thema spelen - sporten - bewegen: bijvoorbeeld bij de inrichting van de openbare ruimte, in accommodaties en op schoolpleinen, door het aanbieden van activiteiten voor jong en oud.
We verbeteren de afstemming tussen onderwijs en zorg, waarbij in de toegang naar zorg of passend onderwijs wordt uitgegaan van de bekende gekantelde principes als eigen kracht en preventief werken. Belangrijke onderwerpen daarbij zijn: de toegang tot en een dekkende aanbod van onderwijs en zorg in de regio, een actieve aanpak van thuiszitten, het verzamelen van complexe casuïstiek en relevante informatie rondom leerlingenvervoer. Daarnaast zetten we in op een kwaliteitsimpuls van het voortgezet speciaal onderwijs in de stad. We zien dat vooral op de schakels in de onderwijsketen nog winst te behalen is en zetten ons in voor versterking en verbetering.
Hoewel de leerlingenaantallen in de gemeente Nijmegen de komende jaren nagenoeg gelijk blijven, laten de regiogemeenten in periode 2015 – 2035 een krimp zien van 20% tot 30%. Omdat de helft van de leerlingen op de Nijmeegse VO-scholen afkomstig is uit de regiogemeenten, is dat de oorzaak van de krimp in het voortgezet onderwijs. Er is een duidelijk verschil tussen de bestaande stad en het stadsdeel Nijmegen Noord. Boven de Waal stijgt het leerlingenaantal de komende jaren, terwijl ten zuiden van de rivier het aantal leerlingen krimpt. Op sommige scholen zal de krimp zelfs oplopen tot 25%. Vanwege krimpendeleerlingenaantallen zijn we actief in gesprek met de schoolbesturen, onder andere op basis van een verkenning van de toekomst van het vmbo in de stad. Ook voor het primair onderwijs en de studiehuizen werken we verkenningen uit in overleg met de schoolbesturen.